plat
Nederlands
Woordafbreking
- plat
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘dun, vlak’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1287 [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | plat | platter | platst |
verbogen | platte | plattere | platste |
partitief | plats | platters | - |
Bijvoeglijk naamwoord
plat
- vlak van vorm met verwaarloosbare hoogteverschillen
- Na bewerking met een hamer had het stuk ijzer een plattere vorm gekregen.
- overdrachtelijk: van weinig culturele diepgang getuigend, boers, dialectisch
- Zijn platte praat werd hem niet in dank afgenomen.
Afgeleide begrippen
|
Verwante begrippen
- effen
- [2] afgezaagd, alledaags, banaal, gewoontjes, grof, nietszeggend, onbenullig, ordinair, slap, triviaal, vulgair
Vertalingen
1. vlak van vorm met verwaarloosbare hoogteverschillen
2. van weinig culterele diepgang getuigend
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | plat | platten |
verkleinwoord | platje | platjes |
Zelfstandig naamwoord
plat o
- (taalkunde) een algemene aanduiding voor een locale dialectvorm
- In het plat bestaat daar een prachtige uitdrukking voor.
- een vlakgemaakte plek aan of op een huis
- We zaten op het platje thee te drinken.
- (geologie) een onderzeese vlakte
- Er is op het continentaal plat naar olie geboord.
Hyponiemen
- achterplat, duivenplat, voorplat
Gangbaarheid
- Het woord plat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'plat' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Catalaans
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.