plat

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  plat    (hulp, bestand)
  • IPA: /plɑt/
Woordafbreking
  • plat
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘dun, vlak’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1287 [1]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen platplatterplatst
verbogen platteplattereplatste
partitief platsplatters-

Bijvoeglijk naamwoord

plat

  1. vlak van vorm met verwaarloosbare hoogteverschillen
    • Na bewerking met een hamer had het stuk ijzer een plattere vorm gekregen. 
  1. overdrachtelijk: van weinig culturele diepgang getuigend, boers, dialectisch
    • Zijn platte praat werd hem niet in dank afgenomen. 
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord plat platten
verkleinwoord platje platjes

Zelfstandig naamwoord

plat o

  1. (taalkunde) een algemene aanduiding voor een locale dialectvorm
    • In het plat bestaat daar een prachtige uitdrukking voor. 
  1. een vlakgemaakte plek aan of op een huis
    • We zaten op het platje thee te drinken. 
  1. (geologie) een onderzeese vlakte
    • Er is op het continentaal plat naar olie geboord. 
Hyponiemen
  • achterplat, duivenplat, voorplat

Werkwoord

vervoeging van
platten

plat

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van platten
  2. gebiedende wijs van platten

Gangbaarheid

  • Het woord plat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Catalaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Zelfstandig naamwoord

plat

  1. bord

Meer informatie


Papiamento

Woordafbreking
  • plat

Bijvoeglijk naamwoord

plat

  1. plat
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.