idee

Niet te verwarren met: Idee
idee

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  idee    (hulp, bestand)
  • IPA: /iˈde/
Woordafbreking
  • idee
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘voorstelling, denkbeeld’ voor het eerst aangetroffen in 1485 [1]
  • Via het Latijnse idea van het Oudgriekse ἰδέα, wat weer is afgeleid van εἴδω "ik zie". De stam is dezelfde als bijv. in weten en het Latijnse videre. [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord idee ideeën
verkleinwoord ideetje ideetjes

Zelfstandig naamwoord

idee

  1. o; gedachte, plan
    • Het zien van de film bracht hem op een nieuw idee. 
  1. v; (filosofie) een verondersteld basisbeeld
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord idee staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Estisch

Zelfstandig naamwoord

idee

  1. idee


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
idear

idee

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van idear
  1. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van idear
  1. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van idear
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.