plannen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- plan·nen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
plannen |
plande |
gepland |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
plannen
- overgankelijk een tijdstip afspreken om iets te doen
- Kunnen we een afspraak plannen om de verhuizing door te nemen?
- overgankelijk het maken van een plan
Vertalingen
1. een tijdstip afspreken om iets te doen
Gangbaarheid
- Het woord plannen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'plannen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.