gave
Nederlands
Woordafbreking
- ga·ve
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘iets dat gegeven wordt’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1100 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gave | gaven |
verkleinwoord | - | - |
Synoniemen
- [1] talent
Hyponiemen
Vertalingen
1. een bijzondere aanleg
Gangbaarheid
- Het woord gave staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gave' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Noors
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / ˈgɑːʋə /
Woordafbreking
- ga·ve
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Oudnoordse woord gáfa
Naar frequentie | 1067 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | gave | m: gaven v: gava |
gaver | gavene |
genitief | gaves | m: gavens v: gavas |
gavers | gavenes |
Zelfstandig naamwoord
gave, v
Afgeleide begrippen
- [1]: fødselsdagsgave
- [1]: julegave
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.