teruggave
Nederlands
Woordafbreking
- te·rug·ga·ve
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van terug en gave
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | teruggave | teruggaves |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
teruggave v/m
- restitutie, het weer aan de eigenaar geven,
- De NS deed niet moeilijk over de teruggave van de foutief afgeschreven bedragen.
Gangbaarheid
- Het woord teruggave staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'teruggave' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.