uitgave

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  uitgave    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ˈœʏtχavə/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈœːtxavə/
    • (Limburg): /ˈœːdɣavə/
Woordafbreking
  • uit·ga·ve
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord uitgave uitgaves
uitgaven
verkleinwoord uitgavetje uitgavetjes

Zelfstandig naamwoord

uitgave v

  1. (financieel) (vooral meervoud) bedrag dat men uitgeeft
    • Om de kosten te drukken, zullen de uitgaven moeten zakken. 
  1. reeks van uitgegeven literaire werken
    • In de eerste uitgave van het boek stond een typfout die in de latere uitgaven weggewerkt is. 
  1. het uitgeven van een werk
    • De '''uitgave''' van het nieuwe boek is door onvoorziene omstandigheden met twee weken vertraagd. 
  1. uitgegeven werk
    • In de nieuwste uitgave van het roddelblad staan de allerlaatste nieuwtjes over beroemdheden. 
Synoniemen
  1. uitgaaf
  2. (bedrag dat men uitgeeft)
  3. (reeks van uitgegeven literaire werken)
  4. (het uitgeven van een werk)
  5. (uitgegeven werk)
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord uitgave staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.