pest

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pest    (hulp, bestand)
  • IPA: /pɛst/
Woordafbreking
  • pest
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans of Latijn, in de betekenis van ‘ziekte’ voor het eerst aangetroffen in 1554 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord pest -
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

pest v

  1. (medisch) Dodelijke en besmettelijke ziekten veroorzaakt door de bacterie Yersinia pestis , die verspreid wordt door vlooien die met name op de zwarte rat parasiteren. Altijd gebruikt met lidwoord: 'de pest' of 'de Pest'.
Uitdrukkingen en gezegden
  • de pest in hebben
zich extreem ergeren
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
pesten

pest

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van pesten
  2. gebiedende wijs van pesten

Gangbaarheid

  • Het woord pest staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.