gaver

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ga·ver

Bijvoeglijk naamwoord

gaver

  1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van gaaf


Cornisch

enkelvoud meervoud
  gaver     gyvres, gever  

Zelfstandig naamwoord

gaver v

  1. (zoogdieren) geit


Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • ga·ver
Naar frequentie 3114

Zelfstandig naamwoord

gaver

  1. nominatief onbepaald mannelijk en vrouwelijk meervoud van gave
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.