overgave
Nederlands
Woordafbreking
- over·ga·ve
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van overgeven.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | overgave | overgaven |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
overgave v/m
- het opgeven van de strijd en zich aan de wijand onderwerpen
- De overgave van de stad was onvermijdelijk geworden.
- een volledige toewijding
- Zij zongen vol overgave mee met de menigte.
Vertalingen
1. het opgeven van de strijd en zich aan de wijand onderwerpen
|
2. een volledige toewijding
Gangbaarheid
- Het woord overgave staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'overgave' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.