teen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • teen
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘twijg’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1288 [1]
  • In de betekenis van ‘vinger van de voet’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1265 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord teen tenen
verkleinwoord teentje teentjes

Zelfstandig naamwoord

teen m

  1. (anatomie) vingers van de voet [2]
  2. iets wat op een teen lijkt [3]
  3. twijg, dunne en taaie loot (van een wilg etc. -> wilgentakje) [4] [5]
Hyponiemen
  • beaverteen
  • bijteen
  • bindteen
  • binnenteen
  • boerenteen
  • fantoomteen
  • hallelujateen
  • hamerteen
  • hapteen
  • hoerateen
  • jubelteen
  • keerteen
  • klauwteen
  • knoflookteen
  • linkerteen
  • linksteen
  • mergelteen
  • neoteen
  • prikkelteen
  • radarteen
  • snijteen
  • stekteen
  • sterteen
  • stikteen
  • takkenteen
  • wilgenteen
  • winterteen
  • zwemteen
Afgeleide begrippen
  • teenakker
  • teenamputatie
  • teenbeschoeiing
  • teenblessure
  • teenboom
  • teengang
  • teenganger
  • teengewricht
  • teengrootte
  • teenhaak
  • teenhout
  • teenijzer
  • teenleder
  • teenlengte
Spreekwoorden
  • Een teentje knoflook
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord teen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

Afrikaans

Uitspraak
  • geluid 

Voorzetsel

teen

  1. tegen
  1. «Teen 1851 kon Hincks en Rawlinson 200 Babiloniese tekens lees.»
    Tegen 1851 konden Hincks en Rawlinson 200 Babylonische schrifttekens lezen.


Fijisch Hindoestani

Telwoord (hif)
1 11 10 100 103
2 12 20 200 106
3 13 30 300
4 14 40 400
5 15 50 500
6 16 60 600
7 17 70 700
8 18 80 800
9 19 90 900

Hoofdtelwoord

teen

  1. drie
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.