ver

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ver    (hulp, bestand)
  • IPA: /vɛr/
Woordafbreking
  • ver
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘op grote afstand’ voor het eerst aangetroffen in 901 [1] [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen ververderverst
verbogen verreverdereverste
partitief versverders-

Bijvoeglijk naamwoord

ver

  1. afgelegen
    • Jij hebt wel in verre landen gewoond. 

Bijwoord

ver

  1. op grote afstand
  2. te ver: niet meer fatsoenlijk
    • Zijn optreden tijdens het school feest ging veel te ver. 
Antoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord ver staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Latijn

Uitspraak
  • IPA: /weːr/
Woordafbreking
  • ver

Zelfstandig naamwoord

vēr o

  1. lente
Verbuiging
Overerving en ontlening

Portugees

Uitspraak
  • IPA: /'veɾ/
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ver
via
visto
volledig

Werkwoord

ver

  1. zien

Spaans

Uitspraak
  • IPA: /'beɾ/
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ver
veía
visto
volledig
Woordafbreking
  • ver

Werkwoord

ver

  1. zien, opmerken, kijken, bekijken, aanschouwen, turen, staren
Synoniemen

Hongaars

Uitspraak
  • IPA: /ˈvɛr/

Werkwoord

ver

  1. slaan
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.