kijken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kijken    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkɛɪkə(n)/
Woordafbreking
  • kij·ken
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘zien’ voor het eerst aangetroffen in 1350 [1]
  • afkomstig van:
Middelnederlands: kiken
Germaans: *kīkanan
  • Verwant in Germaans:
West: Engels: keek, Duits: gucken, Fries: kykje
Noord: Zweeds: kika, Deens: kigge, IJslands: kikja
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
kijken
'kɛɪkə(n)
keek
kek
gekeken
ɣə'kekə(n)
klasse 1 volledig

Werkwoord

kijken

  1. ~ naar: gericht of met aandacht waarnemen met het oog
    • Hij liep weer naar mooie meisjes te kijken. 
  1. ~ naar: een probleem onder ogen nemen (en er eventueel wat aan doen)
    • Je moet daar echt naar laten kijken, dat is niet normaal. 
  1. iets ~
    • Hij zat videoclips te kijken. 
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord kijken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.