vergezicht

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·ge·zicht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vergezicht vergezichten
verkleinwoord vergezichtje vergezichtjes

Zelfstandig naamwoord

vergezicht o

  1. een ver uitzicht, een panorama.
    • Vanaf de bergtop hadden we vergezicht over het omliggende landschap. 

Gangbaarheid

  • Het woord vergezicht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.