opmerken
Nederlands
Woordafbreking
- op·mer·ken
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van op bw en merken ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
opmerken |
merkte op |
opgemerkt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
opmerken
- overgankelijk bemerken, waarnemen
- De inbreker werd opgemerkt door een toevallige voorbijganger.
- Zo weet Abigail, die Annes jicht verlichtte zonder dat zij haar ooit had opgemerkt, zich bij de koningin in de kijker te spelen. [1]
- overgankelijk een waarneming of opinie meedelen aan anderen, met een zekere nadruk
- Een voorbijganger merkte op dat de dop nog op de lens zat.
Vertalingen
1. bemerken, waarnemen
2. een waarneming of opinie meedelen aan anderen, met een zekere nadruk
Gangbaarheid
- Het woord opmerken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'opmerken' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- de Volkskrant Floortje Smit 2 januari 2019 The Favourite is verschrikkelijk grappig en oneindig tragisch (vijf sterren)
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.