open
Nederlands
Woordafbreking
- open
Bijvoeglijk naamwoord
open
- niet gesloten
- Die deur is open.
- iedereen mag naar binnen, toegankelijk, openbaar
- Tijdens de open dag mag iedereen het bedrijf bekijken.
- niet bezet, beschikbaar
- Er zijn nog open plaatsen bij dit slecht bezochte concert.
- zonder een beslist einde
- Deze film heeft een open einde, we weten niet hoe het met de hoofdpersoon afloopt, dat moeten we zelf bedenken.
- een vraag waar je geen ja of nee op kunt antwoorden is een open vraag
- Hoe laat is het? is een open vraag. Bent u vandaag jarig? is een gesloten vraag.
- iemand die weinig geheim houdt is een open persoon, mededeelzaam, openhartig
- De extraverte flapuit kun je ook een open persoon noemen.
- iemand die geen leugens vertelt eerlijk, oprecht, recht door zee
Uitdrukkingen en gezegden
- open en bloot
voor iedereen is alles zichtbaar
- met open vizier
eerlijk
- met open armen ontvangen
hartelijk verwelkomen
- met open armen
met veel genoegen
- er met open ogen inlopen
de leugens van iemand anders geloven
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1. niet gesloten
|
|
Werkwoord
vervoeging van |
---|
openen |
open
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openen
- Ik open.
- gebiedende wijs van openen
- Open!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openen
- Open je?
Gangbaarheid
- Het woord open staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'open' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Engels
Bijvoeglijk naamwoord
open
- «That door is open.»
- Die deur is open.
- «That door is open.»
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to open |
he/she/it | opens |
verleden tijd | opened |
voltooid deelwoord |
opened |
onvoltooid deelwoord |
opening |
gebiedende wijs | open |
Indonesisch
Uitspraak
- [zelfstandig naamwoord] IPA: /opən/
- [bijvoeglijk naamwoord] IPA: /open/
Woordafbreking
- open
Nynorsk
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /ˡoːpən/
Woordafbreking
- open
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Oudnoorse woord opinn
stellend | vergrotend | overtreffend | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald (sterk) |
m/v enkelvoud | open | opnare | opnast |
o enkelvoud | ope opent | |||
meervoud | opne | |||
bepaald (zwak) |
enkelvoud en meervoud |
opne | opnare | opnaste |
Bijvoeglijk naamwoord
open
- «Vegen over fjellet er open for biltrafikk.»
- De weg over de berg is open voor het autoverkeer.
- «Vegen over fjellet er open for biltrafikk.»
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.