oven

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  oven    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈovə(n)/, /ovə/
Woordafbreking
  • oven
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘plaats om te bakken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord oven ovens
verkleinwoord oventje oventjes

Zelfstandig naamwoord

oven m

  1. (huishouden) (kookkunst) een besloten ruimte die verhit wordt om er voorwerpen in te smelten, te bakken, enz
    • U kunt de kant-en-klaarmaaltijd zo in de oven doen. 
Hyponiemen
  • aardoven
  • afbakoven
  • afvaloven
  • afvalverbrandingsoven
  • amalgaamoven
  • amalgamaoven
  • ampasoven
  • atoomoven
  • atoomsplijtoven
  • azoteringsoven
  • bakkerijoven
  • bakkersoven
  • bakoven
  • bandoven
  • beschuitoven
  • biscuitoven
  • blaasoven
  • blokovens
  • boogoven
  • braadoven
  • brandoven
  • broedoven
  • broodoven
  • calcineeroven
  • carbidoven
  • cementeeroven
  • cementoven
  • circulatieoven
  • cokesoven
  • combioven
  • contactoven
  • convectieoven
  • crematieoven
  • cupelleeroven
Afgeleide begrippen
  • ovenas
  • ovenbaksel
  • ovenbeest
  • ovenbekleding
  • ovenbestendig
  • ovenbestendige
  • ovenbouwer
  • ovenbrand
  • ovenbuur
  • ovenconstructie
  • ovencontroleur
  • ovendeksel
  • ovendeur
  • ovendweil
Verwante begrippen
Overerving en ontlening
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord oven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Indonesisch

Woordafbreking
  • oven
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

oven

  1. oven
Schrijfwijzen
Synoniemen


Sloveens

Zelfstandig naamwoord

oven m

  1. (dierkunde) schaap.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.