opening
Nederlands
Woordafbreking
- ope·ning
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | opening | openingen |
verkleinwoord | openingetje | openingetjes |
Zelfstandig naamwoord
opening v
- een plaats die toegang biedt tot iets dat is afgesloten
- Door die opening komt veel kou binnen.
- het openstellen van iets wat nog niet toegankelijk of in functie was
- De opening van de nieuwe brug werd verricht door het doorknippen van een lint.
Hyponiemen
- deuropening, halsopening, handopening, kieuwopening, lijkopening, raamopening
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1. een plaats die toegang biedt tot iets dat is afgesloten
2. het openstellen van iets wat nog niet toegankelijk of in functie was
Gangbaarheid
- Het woord opening staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'opening' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Engels
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.