openlucht

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • open·lucht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord openlucht -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

openlucht v/m

  1. in de ~: buiten de deur, onder blote hemel
    • We kunnen de voorstelling ook in de openlucht houden, mits het weer meezit. 
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord openlucht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.