opendoen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • open·doen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
opendoen
deed open
opengedaan
onregelmatig volledig

Werkwoord

opendoen

  1. overgankelijk een afsluiting ongedaan maken
    • Hij had de deur opengedaan. 

Gangbaarheid

  • Het woord opendoen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.