openlijk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  openlijk    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈopə(n)lək/
Woordafbreking
  • open·lijk
Woordherkomst en -opbouw
  • Afleiding van open met het achtervoegsel -lijk.
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen openlijkopenlijkeropenlijkst
verbogen openlijkeopenlijkereopenlijkste
partitief openlijksopenlijkers-

Bijvoeglijk naamwoord

openlijk

  1. zonder te verbergen, in het openbaar
    • Hij liet zijn voorkeur openlijk blijken. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord openlijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.