oprecht
Nederlands
Woordafbreking
- op·recht
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘echt, ongeveinsd’ voor het eerst aangetroffen in 1500 [1]
- samenstelling van op en recht [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | oprecht | oprechter | oprechtst |
verbogen | oprechte | oprechtere | oprechtste |
partitief | oprechts | oprechters | - |
Bijvoeglijk naamwoord
oprecht
- de waarheid sprekend
Gangbaarheid
- Het woord oprecht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'oprecht' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.