koers
Nederlands
Woordafbreking
- koers
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘prijs van geld, waardepapieren’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1497 [1]
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘richting, route’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1463 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | koers | koersen |
verkleinwoord | koersje | koersjes |
Zelfstandig naamwoord
koers m
- (scheepvaart) (luchtvaart) de richting die een vaartuig of een vliegtuig op een bepaald moment aanhoudt of wil aanhouden
- richting waarin ontwikkelingen gaan
- (handel, beurshandel) de ontwikkeling van de waarde van een obligatie, van een aandeel, van een optie etc
- (geldhandel) verhouding ten opzichte van andere valuta
- snelheidswedstrijd, met name van wielrenners, paarden of honden
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Spreekwoorden
- koers houden
- in de uitgezette richting blijven doorgaan
- de koers uitzetten, afzetten, bepalen
- de richting bepalen
- koers sturen
- naar de gewenste kompasrichting sturen
- behouden koers
- de absolute koers waarin zich een schip beweegt, de resultante van de kompaskoers en de invloed van stroming, wind en water
- de koers zetten, richten naar
- de richting bepalen aan de hand van een doel
- uit koers raken
- de richting verliezen
- van de rechte koers afdwalen
- van het rechte pad afdwalen, het juiste pad verlaten
- het schip op koers brengen
- in de juiste / bepaalde richting sturen
- een harde koers volgen
- (politiek) een richting strikt blijven volgen ongeacht de gevolgen
- dalende koers, de koers daalt
- (beurshandel) de waarde van de betreffende activa wordt (absoluut) lager
- een obligatie uitgeven tegen een koers van 105
- uitgifte van de obligatie: onttrekken van geld uit de markt, tegen de aangegeven waarde
- de koers noteren
- op de beurs: de waarde van een aandeel bepalen en publiceren
- vaste koers
- (geldhandel) de verhouding tussen twee valuta is vastgelegd, fluctueert niet; tegengesteld tot: zwevende koers.
- zwevende koers
- (geldhandel) de verhouding tussen de bedoelde valuta en een standaard valuta is niet vastgelegd, tegengesteld tot: vaste koers.
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord koers staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'koers' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.