valuta

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • va·lu·ta
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Italiaans, in de betekenis van ‘betaalmiddel, wisselwaarde’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1669 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord valuta valuta's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

valuta v/m

  1. wettelijke betaalmiddel
    • De dollar en de euro zijn belangrijke valuta's in de wereldhandel. 
Synoniemen
  1. devies, geldsoort

Gangbaarheid

  • Het woord valuta staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.