wielerkoers
Nederlands
Woordafbreking
- wie·ler·koers
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van wiel zn en koers zn met het invoegsel -er-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wielerkoers | wielerkoersen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
wielerkoers v/m
- (wielrennen) een wielerwedstrijd op de weg
- De Italiaan Luca Paolini heeft onder barre weersomstandigheden de wielerkoers Gent-Wevelgem gewonnen. De routinier van Katoesja ontsnapte in de slotkilometers uit een kopgroep van zes. De Nederlander Niki Terpstra eindigde als tweede, net voor de Brit Geraint Thomas.[1] }
- Door een ongeval kort voor de start van de vijfde etappe van de Ronde van Italië is een 48-jarige man ernstig gewond geraakt. Een automobilist zou een stopteken hebben genegeerd bij een afzetting van de Giro en daarna op een bij de wielerkoers betrokken motorrijder zijn gebotst.[2]
Gangbaarheid
- Het woord wielerkoers staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'wielerkoers' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Het Parool 29 MAART 2015 Paolini wint barre Gent-Wevelgem
- de Telegraaf 09 mei 2018 Man vecht voor leven na ongeluk voor Giro
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.