kroes
Nederlands
Woordafbreking
- kroes
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het ?, in de betekenis van ‘drinkbeker’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1425 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kroes | kroezen |
verkleinwoord | kroesje | kroesjes |
Zelfstandig naamwoord
kroes m
- eenvoudig vuurbestendig vat of eenvoudige beker
Hyponiemen
- bierkroes, gietkroes, smeltkroes
Afgeleide begrippen
- kroezenstaal
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | kroes | kroezer | kroest |
verbogen | kroeze | kroezere | kroeste |
partitief | kroes | kroezers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
kroes
- krullend
- "Kroes haar, kroeze zinnen" zei men vroeger, denkend dat mensen met krullend haar lichtgeraakt en opvliegerig van aard waren.
Afgeleide begrippen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
kroezen |
kroes
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kroezen
- Ik kroes.
- gebiedende wijs van kroezen
- Kroes!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kroezen
- Kroes je?
Gangbaarheid
- Het woord kroes staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kroes' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "kroes" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- kroes op website: Etymologiebank.nl
- kroes op website: Etymologiebank.nl
- kroes op website: Etymologiebank.nl
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.