hard

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hard    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɦɑrt/, /'ɦɑr.də/
Woordafbreking
  • hard
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘moeilijk samen te drukken, te verbrijzelen, te buigen; luid, meedogenloos’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 901 [1]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen hardharderhardst
verbogen hardeharderehardste
partitief hardsharders-

Bijvoeglijk naamwoord

hard

  1. stevig, een uitwendige kracht onverzettelijk weerstaand
    • Diamant is de hardste stof bekend aan de wetenschap. 
  1. psychologisch tegen veel bestand, voor niets terugdeinzend
    • Dat is een harde kerel. 
  1. streng
    • Een hard oordeel. 
  1. met grote snelheid
    • Hij kan heel hard lopen. 
Synoniemen
Antoniemen
Uitdrukkingen en gezegden
  • [1]: hard als steen
  • [2]: ergens hard aankomen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
harden

hard

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van harden
    • Ik hard. 
  2. gebiedende wijs van harden
    • Hard! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van harden
    • Hard je? 

Gangbaarheid

  • Het woord hard staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Engels

Zelfstandig naamwoord

hard

  1. paal

Frans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Zelfstandig naamwoord

hard m

  1. (spreektaal) pornofilm [1]
  2. (spreektaal) hardrock [1]
  3. (spreektaal) elektronische apparaten, hardware [1]

Bijvoeglijk naamwoord

hard

  1. (spreektaal) moeilijk, pijnlijk
  1. «Trop hard l’exo de c’matin!»
    Die oefening van vanochtend was echt moeilijk! [1]

Verwijzingen

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / hɑːɾ /
Woordafbreking
  • hard
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord harðr.
Naar frequentie 1936
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud hard hardere hardest
o enkelvoud hardt
meervoud harde
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
harde hardere hardeste

Bijvoeglijk naamwoord

hard

  1. hard
  2. flink, fors
  3. streng, bar
Typische woordcombinaties
  • [1]: hardt metall
hardmetaal
Uitdrukkingen en gezegden
  • [1]: hard som stein
keihard

Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / hɑːɾd /
Woordafbreking
  • hard
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord harðr.
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud hard hardare hardast
o enkelvoud hardt
meervoud harde
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
harde hardare hardaste

Bijvoeglijk naamwoord

hard

  1. hard
  2. flink, fors
  3. streng, bar
Typische woordcombinaties
  • [1]: hardt metall
hardmetaal
Uitdrukkingen en gezegden
  • [1]: hard som stein
keihard
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.