hardsoldeer
Nederlands
Woordafbreking
- hard·sol·deer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hard en soldeer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hardsoldeer | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
hardsoldeer m / o [1]
- soldeer dat sterkere verbindingen oplevert dan zachtsoldeer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
hardsolderen |
hardsoldeer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hardsolderen
- Ik hardsoldeer.
- gebiedende wijs van hardsolderen
- Hardsoldeer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hardsolderen
- Hardsoldeer je?
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.