hardlopen
hardlopen
Nederlands
Woordafbreking
- hard·lo·pen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hard en lopen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
hardlopen 'ɦɑrd.lo.pə(n) |
liep hard lip 'ɦɑrt |
hardgelopen 'ɦɑrt.xəlo.pə(n) |
klasse 7 | volledig |
Werkwoord
hardlopen
- met versnelde pas zich voortbewegen
- Bij een triatlon wordt er gezwommen, gefietst en hardgelopen.
Zelfstandig naamwoord
hardlopen o
- (sport), een sport waarbij men zich bekwaamt in het zich snel voortbewegen
Gangbaarheid
- Het woord hardlopen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'hardlopen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.