hardlopen

hardlopen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hardlopen    (hulp, bestand)
  • IPA: /'ɦɑrd.lo.pə(n)/
Woordafbreking
  • hard·lo·pen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
hardlopen
'ɦɑrd.lo.pə(n)
liep hard
lip 'ɦɑrt
hardgelopen
'ɦɑrt.xəlo.pə(n)
klasse 7 volledig

Werkwoord

hardlopen

  1. met versnelde pas zich voortbewegen
    • Bij een triatlon wordt er gezwommen, gefietst en hardgelopen. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord hardlopen -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hardlopen o

  1. (sport), een sport waarbij men zich bekwaamt in het zich snel voortbewegen
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord hardlopen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.