volk
Nederlands
Woordafbreking
- volk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | volk | volken volkeren |
verkleinwoord | volkje | volkjes |
Zelfstandig naamwoord
volk o
- een groep mensen die een aantal dingen gemeenschappelijk hebben, zoals afstamming, taal, gewoontes of overlevering
- de inwoners van een land
- Het Franse volk steunt zijn president.
- de lagere klassen
- een aantal mensen
- een groep insecten die in hetzelfde nest wonen
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Verwante begrippen
- [1-2] natie
Uitdrukkingen en gezegden
- Hoe later op de avond hoe schoner volk
Vertalingen
1. een groep mensen die een aantal dingen gemeenschappelijk hebben, zoals afstamming, taal, gewoontes of overlevering
2. de inwoners van een land
4. een aantal mensen
Gangbaarheid
- Het woord volk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'volk' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.