bevolken
Nederlands
Woordafbreking
- be·vol·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bevolken |
bevolkte |
bevolkt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
bevolken [1]
- overgankelijk van volk voorzien
- De voormalig onbewoonde eilanden werden bevolkt door immigranten.
- overgankelijk als bewoner leven op, aanwezig zijn op
- De straten van Amsterdam worden bevolkt door veel toeristen.
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord bevolken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bevolken' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.