volksraadpleging
Nederlands
Woordafbreking
- volks·raad·ple·ging
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van volk zn en raadpleging zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | volksraadpleging | volksraadplegingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
volksraadpleging v [1]
- voorleggen van een vraag met betrekking tot wetgeving aan de kiesgerechtigden in een land of een bepaald gebied, waarbij de overheid niet verplicht is de uitslag te respecteren
- De Britse Brexit-voorvechter Nigel Farage voelt misschien toch wel iets voor een tweede referendum over het Britse EU-lidmaatschap. Hij zei in het programma The Wright Stuff dat een nieuwe volksraadpleging mogelijk een goed middel is om Brexit-critici de mond te snoeren.[2]
- Het kabinet maakt haast met het intrekken van het raadgevend referendum. Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken) heeft het wetsvoorstel waarmee de volksraadpleging wordt afgeschaft, nu al ingediend bij de Tweede Kamer. Over deze wet kan geen referendum worden aangevraagd.[3]
Gangbaarheid
- Het woord volksraadpleging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- de Telegraaf 11 jan. 2018
- de Telegraaf 20 dec. 2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.