volkslied
Nederlands
Woordafbreking
- volks·lied
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘lied dat leeft bij het volk en door overlevering wordt voortgegeven’ voor het eerst aangetroffen in 1812 [1]
- samenstelling van volk en lied met het invoegsel -s- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | volkslied | volksliederen |
verkleinwoord | volksliedje | volksliedjes |
Zelfstandig naamwoord
volkslied o
- een lied dat dienst doet als symbool voor een volk of een natie
- Bij de huldiging werd het volkslied van Nederland gezongen.
- oud, overgeleverd populair lied
Vertalingen
1. een lied dat dienst doet als symbool voor een volk of een natie
Gangbaarheid
- Het woord volkslied staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'volkslied' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.