volksmuziek
Nederlands
Woordafbreking
- volks·mu·ziek
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘regionale muziek’ voor het eerst aangetroffen in 1862 [1]
- samenstelling van volk zn en muziek zn met het invoegsel -s- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | volksmuziek | |
verkleinwoord | volksmuziekje | volksmuziekjes |
Zelfstandig naamwoord
volksmuziek v [3]
- traditionele muziek die een rituele of functionele rol speelt in een bepaalde cultuur (dansmuziek, feestmuziek, werkmuziek)
- Beide bands staan bekend om het combineren van punkrock met Ierse volksmuziek. Daarmee zijn ze iedere zomer vaste namen op verschillende festivals. Voor de nieuwe tour door Europa besloten de bands om de handen ineen te slaan en met elkaar op te treden.[4]
- populaire muziek voor het 'gewone' volk
- Jan Smit kan volgend jaar zijn tweede Edison in de wacht slepen. De Volendammer is genomineerd in de categorie volksmuziek. Jan neemt het op tegen André Hazes jr. en Stef Ekkel.[5]
- De Haagse zanger Tino Martin werd tot nieuwe koning gekroond van de Volksmuziek. [6]
Verwante begrippen
- etnomusicologie
Gangbaarheid
- Het woord volksmuziek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- "volksmuziek" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- volksmuziek op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- de Telegraaf 14 okt. 2017
- de Telegraaf 15 dec. 2016
- de Telegraaf 22 mrt. 2016
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.