val

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  val    (hulp, bestand)
  • IPA: /vɑɫ/
Woordafbreking
  • val
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Romani, in de betekenis van ‘Bargoens: deur’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1769 [1]
[A] + [B] + [C] enkelvoud meervoud
naamwoord val vallen
verkleinwoord valletje valletjes

Zelfstandig naamwoord

[A] val m

  1. algemeen: het omlaag gaan, de daling
  2. ten gevolge van de zwaartekracht naar beneden gaan
  3. het ten gevolge van de zwaartekracht onvrijwillig ergens op terecht komen
  4. hoogte van waarvandaan iets naar beneden valt
  5. van zijn macht beroofd worden
  6. richting van de stof, waarbij de figuren op de stof naar beneden gaan
  7. fruit dat uit de boom gevallen is, niet geplukt is
  8. beweegbare vloer van een ophaalbrug
  9. (Limburg) een naamval
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

[B] val v/m

  1. apparaat met een vallende deur of klem met als doel dieren te vangen
  2. afhangende zoom of strook
Verwante begrippen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

[C] val o

  1. (scheepvaart) zeilval, lijn waarmee een vlag, zeil of rondhout gehesen kan worden
Verwante begrippen

Werkwoord

vervoeging van
vallen

val

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vallen
    • Ik val. 
  2. gebiedende wijs van vallen
    • Val! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vallen
    • Val je? 

Gangbaarheid

  • Het woord val staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Faeröers

Zelfstandig naamwoord

val, o

  1. keuze
  2. verkiezing


Galicisch

Zelfstandig naamwoord

val m

  1. vallei


IJslands

Uitspraak
  • IPA: /vaːl/

Zelfstandig naamwoord

val, o

  1. keuze


Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ʋɑl /
Woordafbreking
  • val
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   val     valen     valer     valene  
genitief   vals     valens     valers     valenes  

Zelfstandig naamwoord

val, m

  1. inlaat
  2. ondiepte
  3. slagveld


Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ʋɑl /
Woordafbreking
  • val
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse naamwoord val
m enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   val     valen     valar     valane  

Zelfstandig naamwoord

val, m

  1. inlaat
  2. ondiepte
  3. slagveld
o enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   val     valet     val     vala  

Zelfstandig naamwoord

val, o

  1. keuze
  2. verkiezing
Synoniemen


Roemeens

Zelfstandig naamwoord

val o

  1. golf


Zweeds

Zelfstandig naamwoord

val, o

  1. keuze
  2. verkiezing

Zelfstandig naamwoord

val, g

  1. (dierkunde) walvis
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.