voorval
Nederlands
Woordafbreking
- voor·val
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van voor en val , (stam van het werkwoord vallen)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | voorval | voorvallen |
verkleinwoord | voorvalletje | voorvalletjes |
Zelfstandig naamwoord
voorval o
- een onverwachte en uitzonderlijke gebeurtenis
- Na dit voorval had hij er geen zin meer in.
Vertalingen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
voorvallen |
voorval
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorvallen
- ... dat ik voorval.
Gangbaarheid
- Het woord voorval staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'voorval' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.