wegkijken

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • weg·kij·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
wegkijken
keek weg
weggekeken
klasse 1 volledig

Werkwoord

wegkijken

  1. inergatief de blik afwenden, de blik van iemand anders vermijden
    • Hij knikt en kijkt weg. 
  1. inergatief negeren, doen of iets niet bestaat
    • Het geweld in die regio werd zo hevig, dat de wereld niet meer kon wegkijken. 
  1. overgankelijk onwelkom laten voelen, zo kijken dat iemand weggaat
    • Het gezin met jonge kinderen werd nog net niet weggekeken uit de chique winkel. 

Gangbaarheid

  • Het woord wegkijken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.