kieken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kieken    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkikə(n)/
Woordafbreking
  • kie·ken
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘jong van een kip’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
  • Een nevenvorm van kuiken.
enkelvoud meervoud
naamwoord kieken kiekens
verkleinwoord kiekentje kiekentjes

Zelfstandig naamwoord

kieken o

  1. (Vlaanderen) kip
  2. (Vlaanderen) scheldwoord voor iemand die iets dom heeft gedaan
    • Gij kieken! 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • [1] kiekenkot
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

kieken mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord kiek
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
kieken
kiekte
gekiekt
zwak -t volledig

Werkwoord

kieken

  1. inergatief een foto maken
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord kieken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
86 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Achterhoeks

Werkwoord

kieken

  1. kijken


Drents

Werkwoord

kieken

  1. kijken


Nedersaksisch

Werkwoord

kieken

  1. kijken


Oost-Fries

Werkwoord

kieken

  1. kijken
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.