video
Nederlands
Woordafbreking
- vi·deo
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | video | video's |
verkleinwoord | videootje | videootjes |
Zelfstandig naamwoord
video m
- (elektronica) de techniek van het opnemen, verwerken en weergeven van in elektronische signalen omgezette beeldinformatie
- Je kan de presentaties door middel van video volgen.
- (communicatie) een videofilm of videoband
- Ik heb een video voor de kinderen meegenomen.
- Je moet echt je video's over gaan zetten naar dvd, hoor!
- een videorecorder
- Wij hebben nog een ouderwetse video thuis.
Synoniemen
- [1] videotechniek, beeldverwerkingstechniek
- [3] videoapparaat, videorecorder
Hyponiemen
|
|
|
|
|
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord video staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'video' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.