video

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vi·deo
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord video video's
verkleinwoord videootje videootjes

Zelfstandig naamwoord

video m

  1. (elektronica) de techniek van het opnemen, verwerken en weergeven van in elektronische signalen omgezette beeldinformatie
    • Je kan de presentaties door middel van video volgen. 
  1. (communicatie) een videofilm of videoband
    • Ik heb een video voor de kinderen meegenomen. 
    • Je moet echt je video's over gaan zetten naar dvd, hoor! 
  1. een videorecorder
    • Wij hebben nog een ouderwetse video thuis. 
Synoniemen
  • [1] videotechniek, beeldverwerkingstechniek
  • [3] videoapparaat, videorecorder
Hyponiemen
  • afscheidsvideo
  • amateurvideo
  • cd-video
  • foltervideo
  • geweldsvideo
  • homevideo
  • huurvideo
  • kindervideo
  • koopvideo
  • promotievideo
  • reisvideo
  • seksvideo
  • voorlichtingsvideo
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord video staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie


Turks

Zelfstandig naamwoord

video

  1. videorecorder
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.