gas
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- gas
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘stof in luchtvormige toestand’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1648 [1]
- voorgesteld door de Vlaamse arts en alchemist Van Helmont (1577-1644) naar analogie van het oorspronkelijk Griekse chaos.
- idem
- idem
- uit het Middelnederlands gasse
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gas | gassen |
verkleinwoord | gasje | gasjes |
Zelfstandig naamwoord
gas o
- (natuurkunde), (thermodynamica) aggregatietoestand; stof met een veranderlijk volume die uit losse moleculen of atomen bestaat
- Argon en helium zijn gassen bij kamertemperatuur.
- (verwarming) gasvormige brandstof.
- Kook je op gas of op elektra?
- (transport) de vluchtige brandstof die in een verbrandingsmotor ingespoten wordt.
- Als je op dit pedaal drukt, geef je gas.
- (verouderd) steeg
Verwante begrippen
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1. aggregatietoestand
Werkwoord
vervoeging van |
---|
gassen |
gas
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gassen
- Ik gas.
- gebiedende wijs van gassen
- Gas!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gassen
- Gas je?
Gangbaarheid
- Het woord gas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gas' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Afrikaans
Engels
Italiaans
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /'gas/
Woordafbreking
- gas
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.