benzine
Nederlands
Woordafbreking
- ben·zi·ne
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘brandstof’ voor het eerst aangetroffen in 1864 [1]
- met het voorvoegsel benz- met het achtervoegsel -ine
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | benzine | benzines |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
benzine v/m
- een aardolieproduct bestaande uit een mengsel van alifatische koolwaterstoffen met een ketenlegte tussen vijf en twaalf dat algemeen in gebruik is als brandstof voor verkeer
- De benzine is vandaag weer duurder geworden.
Hyponiemen
- eurobenzine, gasbenzine, kraakbenzine, lakbenzine, superbenzine, wasbenzine
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1. een aardolieproduct bestaande uit een mengsel van alifatische koolwaterstoffen met een ketenlegte tussen vijf en twaalf dat algemeen in gebruik is als brandstof voor verkeer
Gangbaarheid
- Het woord benzine staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'benzine' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.