carburator

Een carburator

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • car·bu·ra·tor
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘vergasser’ voor het eerst aangetroffen in 1911 [1]
  • Naamwoord van handeling van carbureren met het achtervoegsel -ator [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord carburator carburatoren, carburators
verkleinwoord carburatortje carburatortjes

Zelfstandig naamwoord

carburator m

  1. (motortechniek) onderdeel dat vloeibare brandstof (bv. benzine) in fijn verdeelde toestand vermengt met lucht
    • De carburator moet schoon en juist afgesteld zijn. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Meroniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord carburator staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
80 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.