gasolie

Niet te verwarren met: gasoline

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gasolie    (hulp, bestand)
  • IPA: /'ɣɑsˌoli/
Woordafbreking
  • gas·olie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gasolie gasolies
gasoliën
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

gasolie v/m [1]

  1. mengsel van koolwaterstoffen met een hoog kookpunt tussen de 200 oC en 350 oC (gemiddelde ketenlengte van 8 - 21 C atomen)
    • In de bunkersector wordt gasolie en stookolie geproduceerd, verwerkt, verhandeld, opgeslagen en vervoerd. Hier gaan grote bedragen in om. In de betreffende havens zijn tientallen bedrijven actief als producent, in de opslag of als leverancier. Rotterdam is de op twee na grootste bunkerhaven ter wereld. [2] 
    • De Ternsund arriveert het komende weekend al bij Vopak Botlek in Rotterdam om nafta over te slaan. Daarna vaart ze naar de Willem Alexanderterminal. Daar zal de bunkering, ofwel het tanken, plaatsvinden. Dat duurt ongeveer drie dagen, onder andere omdat de Ternsund nu nog op gasolie vaart. [3] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord gasolie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.