gasketel
Nederlands
![](../I/m/Cv_ketel.jpg)
gasketel
Woordafbreking
- gas·ke·tel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van gas en ketel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gasketel | gasketels |
verkleinwoord | gasketeltje | gasketeltjes |
Zelfstandig naamwoord
gasketel m [1]
- een gasgestookte ketel voor het verwarmen van water voor de centrale verwarming
- En twee: onbekend is eveneens hoeveel mensen een oude gasketel hebben en hoeveel nieuwe ‘combiketels’, met een hoog rendement, er al in Nederland staan. Hier geldt, bijna paradoxaal: hoe meer ‘goeie’ ketels er staan, hoe lager de besparing zal zijn bij korter douchen. [2]
Verwante begrippen
- comibketel
Gangbaarheid
- Het woord gasketel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gasketel' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.