gasbel
Nederlands
Woordafbreking
- gasĀ·bel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van gas en bel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gasbel | gasbellen |
verkleinwoord | gasbelletje | gasbelletjes |
Zelfstandig naamwoord
gasbel v / m
- (natuurkunde) met gas gevulde blaas in een vloeistof
- opeenhoping van gas in de bodem
Verwante begrippen
- dampbel
Gangbaarheid
- Het woord gasbel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gasbel' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.