gasmasker
Nederlands
Woordafbreking
- gas·mas·ker
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van gas en masker
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gasmasker | gasmaskers |
verkleinwoord | gasmaskertje | gasmaskertjes |
Zelfstandig naamwoord
gasmasker o [1]
- gelaat omvattend masker dat beschermt tegen giftige dampen en gassen
- Nadat IS de afgelopen weken chemische wapens inzette tegen peshmerga-strijders, wordt er ook bij de strijd om Mosul rekening gehouden met de inzet van gifgas tegen coalitietroepen. De Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) liet weten dat er gasmaskers worden uitgedeeld. Het Rode Kruis zegt over de kennis en middelen te beschikken om gewonden na een gifgasaanval te behandelen.[2]
Gangbaarheid
- Het woord gasmasker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gasmasker' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.