autogas

Nederlands

bus rijdend op autogas (let op de witte tank op het dak)
Uitspraak
Woordafbreking
  • au·to·gas
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord autogas autogassen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

autogas o

  1. een mengsel van propaan en butaan dat gebruikt kan worden voor verbranding in auto's
    • Het aantal raffinaderijen waarin ruwe olie tot alle soorten benzines, dieselolie, autogas (LPG), kerosine voor vliegtuigen en huisbrandolie wordt verwerkt, is in de vijftien lidstaten in tien jaar tijd al teruggelopen van 170 tot 110, maar dat is volgens Alan Fletcher, een van de consultants van het Londense bureau Roland Berger die een rapport voor de Europese Commissie opstelden, bij lange na niet voldoende om tot een gezonde bedrijfsvoering te komen. Bovendien produceren de raffinaderijen momenteel te veel benzines en te weinig dieselolie voor de Europese markt, waardoor er een onnodige import- en exportstroom is ontstaan.[1] 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord autogas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
88 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. NRC Theo Westerwoudt 10 juli 1998
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.