gaspijp
Nederlands
Woordafbreking
- gas·pijp
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van gas zn en pijp zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gaspijp | gaspijpen |
verkleinwoord | gaspijpje | gaspijpjes |
Zelfstandig naamwoord
gaspijp v/m [1]
- een buis waardoor men een (aard)gas zoner lekkage kan vervoeren
- Fluxys had manuele peilingen moeten uitvoeren om de ligging van de gaspijp te controleren [2]
- De Nabucco-gaspijp, die tegen 2012-2013 gas vanuit het Kaspische Zeegebied (en Iran) via Turkije en de Balkan naar Oostenrijk zou moeten brengen, is een van de belangrijkste alternatieven om de Russische machtspositie te breken. [3]
Afgeleide begrippen
- gaspijplijn, gaspijpleiding
Gangbaarheid
- Het woord gaspijp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gaspijp' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- De Standaard 24 JUNI 2009 Een massa slordigheden
- De Standaard 29/01/2009 door (bb) EU-Commissie wil geld op tafel voor Nabucco
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.