't
Nederlands
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
- de schrijfwijze 't voor het komt al in het Middelnederlands voor, net als de vorm t'. [1]
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onderwerp | voorwerp | onderwerp | voorwerp | |
1e persoon | ik 'k | mij me | wij we | ons |
2e persoon (informeel) |
jij je | jou je | jullie | jullie |
2e persoon (formeel) |
u | u | u | u |
2e persoon (regionaal) |
gij ge | u | gij ge | u |
3e persoon (mannelijk) |
hij ie | hem 'm | zij ze | (dat.) hun (acc.) hen ze |
3e persoon (vrouwelijk) |
zij ze | haar 'r, d'r | ||
3e persoon (onzijdig) |
het 't | het 't |
Persoonlijk voornaamwoord
't o
- clitische vorm van het als verwijzing naar een onzijdig woord
- Dit boek is nog nieuw. Ik heb 't vorige week gekocht.
Lidwoord
't o
- clitische vorm van het onzijdig bepaald lidwoord: het
- Hij pikt 't appeltje stiekem uit de mand.
- Nu denk dit na. De vader, 's volks behoeder,
vernielt zijn kind. Met recht. Waarom? De moeder
had deel, noch recht aan 't kind. 't Behoorde hem. [2]
- Nu denk dit na. De vader, 's volks behoeder,
Opmerkingen
- Deze vorm wordt nooit met een hoofdletter geschreven. Als 't het eerste woord in een volzin is, wordt het daaropvolgende woord met een hoofdletter geschreven.
Catalaans
Persoonlijk voornaamwoord
't
- Vorm van -te, gebruikt als het voorgaande woord eindigt met een klinker.
Nedersaksisch
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.