Zemst-Bos

Zemst-Bos, kortweg ook Bos, is een dorp in Zemst met een kleine 1000 inwoners, gelegen tussen Zemst-Laar en de dorpskernen van Zemst en Eppegem. Zemst-Bos bestaat voornamelijk uit een deel van de Spiltstraat, de Bosstraat, een wijk rondom de Heusstraat en Korte Heusstraat en ook het historische gehuchtje Zwartland. Alhoewel het zowel in oppervlakte als in inwonersaantal groter is dan het naburige Laar, heeft het nooit hetzelfde statuut van 'volwaardig' dorp of parochie genoten, omdat in Zemst-Bos nooit een kerk gebouwd werd. Zemst-Bos heeft geen echte dorpskern. Historisch gezien bestond het uit geografisch ietwat verspreide bebouwing. Door de bouwwoede die in heel Zemst duidelijk zichtbaar was, werd dit meer één aansluitend geheel.

Het Spilt gezien van op de Spiltstraat, februari 2012.
Zemst-Bos
Plaats in België

Situering
Gewest Vlaanderen
Provincie Vlaams-Brabant
ArrondissementHalle-Vilvoorde
GemeenteZemst
Coördinaten50° 58 NB, 4° 25 OL
Algemeen
Hoogte11 m
Overig
Postcode1980
Detailkaart

Locatie in Vlaams-Brabant
Portaal    België

Toponymie

Toponymie van straatnamen (uitklapbaar)
  • Bos-van-Steenstraat: vernoemd naar het vroegere Bosch van Steen dat vroeger bij de straat lag. Misschien een verwijzing dat het mogelijks ooit bezit was van Kasteel het Steen in Elewijt.
  • Bosstraat: vernoemd naar het dorp.
  • Haverenblok: vernoemd naar een groot stuk (blok) landbouwgrond waarop haver groeide.
  • Heusstraat: vernoemd naar het vroegere Heustbosch dat vlak bij deze straat lag. Hoogstwaarschijnlijk is dit een oude dialectische variant voor een heesterbos; een vrij waardeloos struikachtig bos dus.
  • Kesterbeekweg: recente straat die vernoemd is naar de door het dorp stromende Kesterbeek.
  • Kleine Hagenstraat: komt van Kleine Haege Straete, dus een straat met een kleine haag erin.
  • Korte Heusstraat: recente straat die vernoemd is naar de Heusstraat, maar dan wel zijn kortere variant.
  • Linterpoortenlaan (1): vernoemd naar het Kasteel Linterpoorten dat staat op deze baan precies tussen Zemst-Bos en Zemst-centrum.
  • Linterpoortenlaan (2): het deeltje van deze straat tussen de Spiltstraat en Bosstraat noemde vroeger de Bosch Driesch. Een dries is een, meestal driehoekig, middenplein dat dienstdeed als gemeenschappelijke weide dat vaak ook een drinkpoel had. Het betekent dus "driehoekig middenplein van Bos".
  • Schaliënhofstraat: vernoemd naar het Schaliënhof, een van de grootste hoeves van het dorp die bij de hoek van deze straat en de Bosstraat staat.
  • Spiltstraat: afgeleid van het Spilt en vroeger soms ook het Spelt. Dit is de benaming voor het vroeger dichtst bebouwde, westelijke deel van het dorp, gelegen aan de samenkomst van de Spiltstraat, Vijfbunderweg, Verbeetweg en Bosstraat. Het toponiem is afgeleid van spelt, een "primitieve" tarwesoort die na de late middeleeuwen steeds minder belangrijk werd.
  • Stijn Streuvelslaan: vernoemd naar Stijn Streuvels (1871-1969), een van de belangrijkste Vlaamse naturalistische schrijvers van zijn tijd. Tot in de jaren 1950 heette deze straat echter Steenweg op Zemst-Bos, nadat deze baan ter hoogte van Eppegem rechtgetrokken werd, noemde enkel nog de vroegere bocht nog Steenweg op Zemstbos. Dit is op het grondgebied van Eppegem.
  • Verbeetweg: vroeger de Verbertweg en Verbertstraete. Vernoemd naar het vroegere Verbertbosch. Dit werd waarschijnlijk naar de eigenaars vernoemd, aangezien Verbert een familienaam is.
  • Vijfbunderweg: dit betekent "weg met vijf bunder landbouwgrond". Een bunder komt overeen met 1,25 ha; 5 bunder is dus 6,25 ha.

Tegen het eind van de 18e eeuw wordt Zemst-Bos vermeld als zowel Bosch Sempse, Bosch onder Sempse als Sempsebosch of Sempse Bosch. In het begin van de 19e eeuw wordt enkel nog Sempsebosch of Sempse Bosch gebruikt, en rond het derde kwart van de 19e eeuw heette het Sempst Bosch. Na de Tweede Wereldoorlog werd Sempst Bosch aangepast aan de nieuwe Nederlandse spelling en werd het Zemst-Bos. Het betekent gewoon: "het bosgebied van Zemst".

Geografie

Ter hoogte van de Kesterbeek ligt het dorp op zo'n 12 meter hoogte, de rest ligt op 13 meter hoogte. Het laagste punt in de omgeving wordt gevormd door de vijver van het Dalemansbos, ten noordoosten van het dorp (11 meter hoogte). De hoogste punten van Zemst-Bos liggen bij Haverenblok en het Zwartland (15 meter).

Hydrografie

Ten westen van het dorp stroomt de Laarbeek, deze vormt tevens de grens tussen Zemst en Grimbergen (Humbeek). Centraal loopt de Kesterbeek. Beide beken stromen van het zuiden naar het noorden. Uit de Dalemansbosvijver stroomt de Molenbeek, die bij de Eglegemvijver de Zenne bereikt. De Kesterbeek vormt direct ten noorden van het dorp een drassige zone, vooraleer deze zich naar het noorden en noordoosten begeeft om eveneens bij de Eglegemvijver in de Zennevallei uit te komen. De Laarbeek stroomt door het zeer drassige Kollinten vooraleer deze ten noorden van het Bos van Aa in de Aabeek uitmondt, een zijbeek van de Zenne. Vijfbunders-Spilt en het Zwartland bevinden zich (net als Zemst-Laar trouwens) op de waterscheiding tussen Laarbeek en Kesterbeek.

Geschiedenis

Romeinse tijd

In 1997-1998 werd het grootste archeologisch onderzoek ooit in Vlaanderen gehouden, namelijk bij de aanleg van de vTn-I aardgasleiding. De hele sleuf voor deze leiding werd onderzocht van in Voeren tot in Zeebrugge. Deze leiding loopt ook doorheen het Zwartland, het gehuchtje bij de landelijke Verbeetweg in het westen van Zemst-Bos. Er werden enkele niet te dateren kuilsporen gevonden, maar in een groep van kleine, onregelmatige kuilsporen werd ook één Romeins oxiderend gebakken bodemfragment ontaard.[1]

Late middeleeuwen

In deze tijd was de streek één gigantisch bosgebied en vanuit enkele ontginningsboerderijen werd toen al begonnen met de ontginning en de kap van deze wouden om landbouwgrond te creëren. Het Hof van Cretenburg in de Nayaker stamt uit de late middeleeuwen, net als enkele andere oude boerderijen. Zo hebben de voorlopers van zowel het Schaliënhof als de Hoeve Laer hun oorsprong als 14e-eeuwse ontginningshoeves.[2]

16e eeuw

In deze periode werd de Hoeve Laer alias het Hof ten Spilt door de Spanjaarden omgevormd tot een schanshoeve met grachten eromheen, ter bescherming van de Willebroekse Vaart.[3]

Op de Kapel van de Heilige Familie op het Spilt (anno 1869) staat een gedenksteen van de vlakbij gelegen Hoeve Laer. Op de gedenksteen staat vermeld:

De hoeve Laer met boomgaerd hof en
plantagie zyn verkregen door Jonker Esquens in 't jaar 1595
met de landen daar aanbehoorende
van 1600 tot 1612 de akte van eigendom
berustende in handen van de Baron A. De Radzitzky d'Ostrowick
te Schaerbeek
door hem gebouwt 1869.

De Hoeve Laer (ook wel de 'Spilthoeve') staat tot op de dag van vandaag, weliswaar grotendeels en meermaals verbouwd, vlak bij Het Spilt.

17e eeuw

In Zemst-Bos zijn tijdens de Tachtigjarige Oorlog – vooral in het 17e-eeuwse gedeelte – verscheidene slachtoffers gevallen. De soldaten eisten overnachtingsplaatsen in de pachthoven en als ze geweigerd werden, staken ze de huizen in brand. Er vonden in de regio verkrachtingen plaats en zieke of gewonde soldaten werden geregeld achtergelaten bij lokale boeren. Na het einde van de oorlog kwam de handel nog niet ten volle op gang (de Schelde bleef gesloten), waardoor er vooral illegale handel in de regio was en ongure figuren de wetten dicteerden. Op 17 mei 1639 doodden Spaanse soldaten Anna Coeckelberchs en Arnoldus Moens, twee mensen van de Zemstse elite die pachtten van de familie de Boischot.[4]

Later in deze eeuw in Zemst-Bos vindbaar op een kaart van Carel Allard uit het jaar 1688. Dit plan, dat grofweg de hedendaagse provincie Antwerpen afbeeldt, toont de twee grootste hoven van het dorp. Het betreft het Hoff ter Bosch (als Bosch) en de voorloper van het huidige landhuis Linterpoorten (als Lynterpoorten).[5]

18e eeuw

Zemst-Bos is eveneens duidelijk zichtbaar op de Ferrariskaarten uit de jaren 1770.[6] De Spiltstraat, Bosstraat, Verbeetweg en Heusstraat zijn te zien. Het dorp en de directe omgeving ervan was nog zeer bosrijk en telde een 70-tal gebouwen. De twee bossen die met naam genoemd waren zijn het Grootemeuter Bosch en het Rollekots Bosch.[noten 1] Enkele andere bossen die zichtbaar waren, maar onbenoemd bleven, zijn onder andere het Verbertbos, Hogenbos, Heustbos en de Duivenmeuter.[noten 2] Het Hoff ter Bosch was bij verre het meest noemenswaardige gebouwencomplex van het dorp. Het bestond alles tezamen uit zo'n acht gebouwen met ook een grote tuin en vijver. Het Hof ter Bosch bevond zich waar vandaag de Bosstraat en de Linterpoortenlaan samenkomen, het enige zichtbare restant is de vijver. Rondom deze pachthoeve en het Schaliënhof was er een grote boomgaard, die zich uit strekte van daar tot waar nu de Kesterbeek loopt. Ook de blok tussen de Linterpoortenlaan en de Stijn Streuvelslaan was één grote boomgaard. Alhoewel de twee belangrijkste hoven zich daar bevonden, stonden de meeste huizen van het dorp toch in de buurt van het Spilt.[6]

Veldweg richting de door bomen omringde 'Sooikesikhoeve'. Op de achtergrond staat het Kattemeuterbos.

19e eeuw

Het gehucht verloor in de late 18e en vroege 19e eeuw al heel wat van zijn typerende bossen.[7] Er waren wel halverwege de negentiende eeuw wel nog steeds een heleboel kleine bosjes rondom het dorp, de meesten niet veel groter dan een paar hectare. Dit waren: ten zuiden van de Stijn Streuvelslaan het Klootbos, op de hoek van de Heusstraat en de Haverenblok het Heustbos, verder de Haverenblok in aan de dorpskant de Duivenmeuter en het Boekbos, aan het einde van de Bos-van-Steenstraat het Bos van Steen en op Het Zwartland het Hogenbos, Stomkensbos, Brusselaersbos en het Abos. Het aantal huizen was in die dikke 70 jaar – sinds de Ferrariskaarten – amper gestegen, van 70 naar iets over de 100. Ook waren heel wat straatnamen toen anders dan de huidige benamingen. De Heusstraat vanaf de Haverenblok tot aan de Korte Heusstraat heette toen gewoon Heuststraet, maar de andere helft Kaelborgstraet. De Korte Hagenstraat was de Taeblokstraet, de Bosstraat was de Ezelbroekstraet, de Linterpoortenlaan tot aan het kasteel was Bosdries Straet, de Vijfbunderweg was de Vijfbundersweg, de eerste helft van de Verbeetweg was Verbeertstraet geworden en de andere helft de Verbeertweg.

Op de Popp-kaarten, die ook uit de jaren 1850 zijn, staan Bosch en Spilt overigens als afzonderlijke gehuchten vermeld.[8] Het Spilt kan dan ook gezien worden als een buurt van Zemst-Bos.

Religieus conflict (1874)

Op 5 januari 1874 werd Zemst-Bos van de kerkparochie Zemst-Sint-Pieter overgeheveld naar de parochie Laar-Zemst. De inwoners van Bos waren hiervan niet van tevoren op de hoogte gebracht en boden felle tegenkanting. De burgers van het dorp wilden deel blijven uitmaken van de Zemstse Sint-Pietersparochie in plaats van naar de kerk van Zemst-Laar te gaan. Nagenoeg het hele dorp bleef naar de kerk van Zemst gaan en in deze periode waren er bijna dagelijks gevechten en iedere zondag betogingen tegen de pastoor van Laar. Drie maanden later stroomden vele mensen met kinderen de Sint-Pieterskerk in Zemst binnen, sloten de pastoor van Zemst op en lieten hem niet buiten voordat de kinderen gedoopt waren in Zemst. Er was zo'n grote sociale druk dat de weinige mensen die hun kinderen wilden dopen in Laar dit niet eens durfden. De andere inwoners van de gemeente Zemst vonden dit alles schandalig en heiligschennend. De strubbelingen tussen Zemst-Bos en het naburige Zemst-Laar zouden nog vele decennia blijven duren.[9]

Stropersbenden

Er leefden in deze periode – tot die in de 20e eeuw – vele mensen die een stevige bijverdienste haalden de wildstroperij in zowel Bos als Laar. Ze vormden heuse stropersbenden die het werk onderling verdeelden. Sommigen jaagden op fazanten, hazen en konijnen voor voedsel, anderen op hermelijnen en bunzingen die geld opbrachten voor hun bont. De bossen werden door gewone mensen bijna altijd gemeden, want ze lagen vol met zogeheten wolfijzers en schietgeweren.[noten 3] De stropers hielden zich nu en dan ook soms bezig met naar vandalisme neigend kattenkwaad.

Leefsituatie aan het eind van de 19e eeuw

Zowel Bos als Laar hebben maar weinig souvenirs die bewaard bleven uit hun verleden, op een klein aantal oude boerderijen na. Het waren vroeger bijna allemaal klei-lemen huisjes, waar kou in werd geleden en zodoende bomen omheen werden geplant om de wind wat tegen te houden. Ook liepen de kelders geregeld onder en moesten deze na elke regendag met een emmertje worden leeg geschept. De wegen waren gemaakt van hobbelige stenen, vol putten en karrensporen. Elektriciteit was er niet en enkel in de bochten stond er een houten paal met een olielampje. In plaats van badkamers hadden alle huizen een arduinen gootsteen en gietijzeren pomp; 's winters bevroor dit en kon men zich dus niet wassen. Om het voedsel te bewaren hadden de mensen een stenen bak of houten vat met gepekeld varken. Er waren vele armen, die 's avonds, uit schaamte onherkenbaar, rondgingen om een aalmoes. De weinigen die toch naar de fabriek konden, moesten tien tot twaalf uur per dag werken, zo zagen vele vaders hun zonen maar één keer per week. Uit honger gebeurde het geregeld dat mensen met netten mussen probeerden te vangen. Sommigen probeerden dan weer hun varken vet te mesten, maar omdat velen geen geld hadden werden de varkens vaak afgenomen door de grootgrondbezitters waarvan de boeren pachtten. Sommige mensen bakten hun eigen brood in een bakoven, in de winter sliepen er na het bakken vaak mensen in omdat het warmer was.

Vele mensen stierven overigens aan ziektes die vandaag bedwongen kunnen worden, zoals cholera, buikloop en schurft. Er waren immers weinig dokters en veel mensen hadden geen geld om er één te betalen. Met de jaren verbeterde de toestand in de regio steeds meer, maar van de toenmalige levenswijze zijn er hier en in de rest van het land geen sporen meer te zien.[9]

Eerste Wereldoorlog

Tijdens de Eerste Wereldoorlog zijn er in Zemst-Bos weinig grote incidenten geweest, wel zijn er enkele gewonden gevallen. Vele tientallen inwoners zijn weliswaar gevlucht – niet in het minst naar Nederland. Het is bekend dat in de verschillende cafés vele mensen, vooral vrouwen, uit Brussel kwamen om eten te kopen en dan mee te smokkelen. In de buurt van Zemst-Bos en vooral in het vlakbij gelegen Kattemeuterbos stonden een tijdje wel enkele Duitse kanonnen opgesteld. Toen de Belgen het gebied in handen hadden, heeft Koning Albert I met een hele strijdmacht de nacht doorgebracht in de boerderij van een landbouwer uit de Verbeetweg.

Interbellum

Na meer dan 50 jaar was het parochieconflict nog steeds niet opgelost. De Bosuil Corneel Goovaerts speelde in die periode de rol van dominee. Op zondagen riep deze de inwoners bij elkaar en verkondigde dat niemand naar de kerk van Laar moest gaan, zelfs niet wanneer bevolen. In 1936 had Goovaerts en nog enkele figuren in het anti-Laarse protest voor een grote menigte een stropop geplaatst die de pastoor van Laar moest voorstellen. Deze pop werd daarop "geëxecuteerd" door er onder andere op te schieten, er met een hakbijl op te slaan en ze uiteindelijk in brand te steken. Sommige mensen gingen door heel de situatie liever gewoon niet meer naar de kerk dan naar Laar te gaan, wat nog zeer ongewoon was. In de rest van de gemeente had men de buik stilletjes aan vol van de opstandige "Bosuilen" en er werd actie ondernomen. De burgemeester van Zemst liet tegenover de jongensschool in Laar een kleine gevangenis met twee stevige cellen bouwen. Op zeer geregelde schaal moesten enkele herrieschoppers er een nachtje in doorbrengen. Dit cellengebouw stond lange tijd leeg tot het werd afgebroken in 1991. Corneel Goovaerts, de leider van de opstandigheid, overleed onder geheimzinnige omstandigheden. De man woonde in een bakoven en op een dag verkoolde zijn lichaam helemaal toen zijn geweerpoeder ontvlamde. Sommigen zagen er een mogelijk moordcomplot af, anderen zag het als een straf van God zelf. Alleszins brak niet veel later de Tweede Wereldoorlog uit en na deze ingrijpende periode was het voor een groot deel gedaan met de volksopstanden, zeker na de jaren 1950 verminderde dit sterk. De bijna "gemoedelijke spanning" bleef weliswaar doorleven en tot op de dag van vandaag leeft het dit bij enkelen nog voort (zie 21e eeuw).

In Bos waren er destijds – zoals voormeld – steeds zo'n tien tot twaalf cafés. Het kleine boerenplaatsje werd voorts opgefleurd door de hoeve Schaliënhof, waar bedelaars na een gebedje te eten kregen; de Hoeve Spilt, die als boerderij werd gebruikt tot 1965 en het Blaesvelthof. Ook de lemen huisjes gaven wel een fraai uitzicht aan het typische gehuchtje.

Tweede Wereldoorlog

De meest tragische periode uit de geschiedenis van Zemst-Bos was de Tweede Wereldoorlog. Op 26 mei 1943 werd een Wellington bommenwerper die op weg was voor een luchtaanval op Düsseldorf omstreeks 02u40 neergeschoten door een Duitse Me-110 nachtjager. Het vliegtuig stortte neer in de velden tussen de Korte Heusstraat en de Verbeetweg en de brokstukken ervan lagen op een zeer grote oppervlakte verspreid. Een deel van de bemanningsleden sprong er nog uit met de parachute, maar het vliegtuig was al veel te laag en vloog nog veel te snel. Alle zes bemanningsleden kwamen om het leven en werden begraven in Evere. Op 2 december 1944 deed er zich opnieuw een dodelijk evenement voor, ditmaal met burgerslachtoffer. In een bocht van de Bosstraat viel er een V1-bom die drie woonhuizen volledig vernietigde. Er vielen vier slachtoffers te betreuren bij de familie De Crée, met name de huisvader, zijn zoontje en twee nichtjes die toevallig op bezoek waren. Om deze familie te helpen werd er een inzameling gedaan in Bos en Laar, waarvan de opbrengst relatief groot was.[noten 4] Er viel later nog een V1-bom op een alleenstaand huis in de Haverenblok. Ook hier was de verwoesting compleet, maar de inwoners waren gelukkig niet thuis op dat moment. Een laatste V1-bom viel in de buurt van de kruising van de Bosstraat en Spiltstraat, zij het zonder veel erg. Tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog was er ter hoogte van die splitsing trouwens ook een hele tijd een klein kamp waar gewonde geallieerde soldaten op krachten kwamen. De inwoners van het Schaliënhof, waaronder de Grimbergse abt Augustinus Cantinjeau, toonden zich ook tijdens de Tweede Wereldoorlog als weldoeners. Hongerige dorpsbewoners konden dagelijks bij hen wat eten krijgen in ruil voor een vaderons of weesgegroetje.[9]

Tweede helft 20e eeuw

Zoals voorschreven bleef het toch nog tot het einde van de jaren 1950 een eerder gevoelige zaak om als "buitenstaander" in de cafés van het dorp te komen. Dit ging niet alleen om mensen uit Zemst of Laar, maar ook van verder gelegen plaatsen zoals Eppegem of de stad Vilvoorde. Zelfs boeren die een kilometer buiten het centrum woonden, zoals die in de Verbeetweg of Haverenblok, werden min of meer scheef bekeken. Mede daarom hadden de mensen van bijvoorbeeld de Verbeetweg als Zwartlanders nog een eigen "sub-identiteit". Het grootste struikelblok voor de Bosuilen was wanneer iemand van een ander dorp een relatie aanging met een eigen inwoners, dat leidde vaak tot caféruzies.

Na de Tweede Wereldoorlog en zeker vanaf de jaren 1960 verminderden deze "ideologie" sterk en enkele decennia later werden deze "conflicten" al bijna als mythes beschouwd. Vandaag is hier, ook onder impuls van de massale inwijking, quasi niets meer van te merken. Vanaf eind jaren 1970 kwam er een immers een stroom van inwijkelingen, vooral gezinnen uit de rijkere Vlaamse middenklasse. Zeker vanaf eind jaren 1980 kan er over een echte bouwwoede gesproken worden, net als in de rest van de gemeente. Er werden van 1980 tot 2012/2016 meer dan 150 huizen bijgebouwd, wat de facto voor de dorpskern een verdubbeling betekent.

21e eeuw

Bouwwoede

Rond de millenniumwissel en in de jaren erna werd er in Zemst-Bos nog steeds heel wat bijgebouwd. Er kwamen van 1980 tot 2003 meer dan 100 huizen bij en van alleen van 2003 tot 2013 kwamen er weer zo'n 65 huizen bij, de meeste nieuwe mensen zijn nog steeds klassieke Vlaamse gezinnen uit de middenklasse. De Bos-van-Steenstraat werd geleidelijk bebouwd en de gemeente legde ook de Kesterbeekweg aan. Een van de grootste projecten was de uitbreiding van de woonwijk van het dorp rondom de ook nieuw aangelegde Kleine Hagenstraat. Dit alleen was goed voor meer dan 20 nieuwe huizen. Later werden er ook heel wat huizen bijgebouwd op de verscheidene nog overblijvende lege percelen in de Heusstraat, Korte Heusstraat, vooraan de Verbeetweg, vooraan Vijfbunderweg en in Spiltstraat. Begin 2013 startte er een nieuw bouwproject. Het betrof de bouw van enkele huizen in de Schaliënhofstraat en de aanleg van een nieuwe zijstraat waar ook een dertien huizen in kwamen te staan. In 2018 werd het project nog verder uitgebreid door de bouw van enkele nieuwe huizen op de Spiltstraat, waarvoor eerst een oude hoeve moest gesloopt worden.

Windhoos

In de nacht van 16 op 17 juni 2002 kreeg Zemst-Bos een stevige windhoos te verduren. Veel dakpannen werden van de daken gesleurd en enkele fruitbomen werden met wortelstelsel en al uit de grond gerukt. De bijna honderd jaar oude canadapopulier in de Verbeetweg (ook wel "den dikken boom" genoemd), een heus natuurmonument, overleefde die dag niet.[10]

Verbeteringswerken

Van 2011 tot 2013 werden in heel Zemst-Bos grote werken uitgevoerd. In het eerste deel werden zowel een stuk van de Verbeetweg, Vijfbunderweg en Bosstraat verbreed en werden hier aardgasleidingen en riolering aangelegd. Dit gebeurde in een tweede fase ook bij stukken van de Spiltstraat, Stijn Streuvelslaan en Linterpoortenlaan in de buurt rond de Kesterbeek, de twee laatst genoemde straten kregen ook nieuwe fietspaden. Begin 2013 volgde de asfaltering van een deel van de Schaliënhofstraat[noten 5], dit houdt verband met de bovengenoemde huizenbouw. Ook bouwde Aquafin van 2013 tot 2015 aan een groot waterzuiveringsstation op de Kesterbeek, die vooral vervuild wordt door de industrie aan de Verbrande Brug en enkele aanpalende woonsten.[11]

In september 2015 begon er een nieuwe fase van verbeteringswerken, zo kregen nu ook de stukken van de Bosstraat en Verbeetweg die buiten het woonuitbreidingsgebied liggen een nieuwe asfaltlaag.[12] De huisnummers 92 tot en met 102 van de Bosstraat sloot de gemeente aan op het rioleringsnetwerk en de beken werd beschermd tegen inspoeling.[13]

Erkenning voor het dorp

Op woensdag 29 augustus 2012 kreeg Zemst-Bos naamborden en werd het gehucht na eeuwen door de gemeente voor het eerst als waardig dorp erkend. De plaatsnaamborden werden aangevraagd door de toen 15-jarige inwoner Yannis Cleymans, wiens familie al honderden jaren in het dorp woont.[14] Hij organiseerde ook een petitie die in totaal 220 handtekeningen opleverde.[15] De borden werden feestelijk ingehuldigd met ruim 100 Bosuilen, plaatselijke politici en sympathisanten. Het dorpscafé Den Amadeus schonk daarenboven een gratis vat. Het project genoot grote mediabelangstelling, zelfs op nationaal niveau.[noten 6][16][17] Door al deze media-aandacht kende Zemst-Bos voor het eerst enige naambekendheid bij het grotere publiek.

Enkele dagen voor de onthulling werden er in het centrum van Laar, als ludieke actie, verschillende kartonnen wegwijzers geplaatst naar andere naburige gehuchtjes, zoals de Pikkerie, Wormelaar en Kleempoel. Het orgelpunt voltrok zich tijdens de nacht van 30 september op 1 oktober, toen waren beide plaatsnaamborden zelfs door onbekenden gestolen. Op 10 oktober werd het bord dat aan de kant van Eppegem stond teruggevonden en door enkele inwoners van het dorp en symbolisch aan de kant van Laar geplaatst. Het gemeentebestuur wou echter geen nieuw bord plaatsen aan de Eppegemse kant totdat de wegenwerken er afgerond waren. Het bord werd uiteindelijk pas vervangen op 17 juni 2013, meer dan acht maanden later. Wie erachter zit is niet geweten, al heeft de oude rivaliteit met Laar er waarschijnlijk iets mee te maken.

Bos-Kermis

Vanaf begin 20e eeuw werd in Zemst-Bos, net als in vele dorpen in de streek, een kermis georganiseerd. Er waren enkele kleine attracties en heel soms een paardenmolen. Het dorpsfeest speelde zich vooral af in het tiental cafés die het dorp kende, voor een toen bescheiden populatie van minder dan een 300-tal inwoners. De gemoederen geraakten vrijwel jaarlijks verhit toen jongeren van nabijgelegen dorpen zich op het toneel waagden. Bos-Kermis wordt tot op de dag van vandaag nog steeds jaarlijks gehouden op de parking van 'Den Amadeus', het enige overgebleven café in het dorp. De sfeer is nu wel veel gemoedelijker en er zijn wel enkele kraampjes, maar de kermis wordt wel overschaduwd door de veel grotere en uitgebreidere kermissen in de nabijgelegen dorpen. Voor de meesten speelt het gebeuren zich nog altijd uitsluitend af in het café en op het terras.

Sport en ontspanning

Sinds eind jaren 1970 bevindt zich in Zemst-Bos de wielertoeristenclub "WTC Zemst-Bos", met als uitvalsbasis café Den Amadeus. De club werd onder andere opgericht door het succes van dorpsgenoot Jan Lauwers.[18]

Een mannenvoetbalploeg heeft het dorp nooit gekend, maar van 1974 tot 1979 bevond er zich in Zemst-Bos wél een vriendschappelijke vrouwenvoetbalploeg. Deze droeg de naam VK Spilt en had groen en wit als clubkleuren. Het veld van de ploeg bevond zich eerst even op de hoek van de Spiltstraat en Vijfbunderweg, vlak bij Café Spilt – hun uitvalsbasis. Na een paar jaar verhuisde het veld naar vooraan in de Verbeetweg om uiteindelijk achteraan in de Verbeetweg, op het Zwartland. De geitenbok van Raymond De Doncker en Rosa Rents, met naam Jan, was de mascotte. De geit was al kauwend op iedere match present en had zelfs zijn eigen groen-wit kostuum.

De Zemstse fietsroute "De 8 van Zemst" passeert door het dorp, net als een wandelroute van zo'n 9 km, het Stroperspad. De wandelroute begint aan de sporthal van Eppegem en de fietsroute aan de Schranshoeve in Eppegem.

Waterwinning

Voorkant van waterwinningscomplex "Spelt" op Het Zwartland.

In de Verbeetweg, op Het Zwartland, bevindt zich sinds 1978 een waterwinningsinstallatie waar dagelijks tot anderhalf miljoen liter grondwater naar boven werd gestuwd.[19] Dit water werd in de distributieketen gepompt en als drinkwater gebruikt. Het water werd echter niet in deze regio verbruikt, maar in de regio van Opwijk en Dendermonde. Het overtollige water werd in de nabijgelegen beek, de Laarbeek geloosd. Dit zorgt ervoor dat deze beek een van de zuiverste van de regio is en dat er een kleine stekelbaars populatie mogelijk is.

In de zomer van 2012 werd de achterkant vernieuwd en verfraaid en werd ook het dak hersteld. Begin 2019 werd het oppompen van water weliswaar definitief gestaakt en in november van dat jaar werd het gebouw met de grond gelijk gemaakt. In 2020 zal een distributiewaterleiding aangelegd worden van de watertoren van Mechelen naar de Verbeetweg, waardoor de aparte netten aan elkaar verbonden worden. Hiervoor zal een kleiner gebouw op dezelfde locatie gebouwd worden.

Openbaar vervoer

In Zemst-Bos was er een gedurende verschillende jaren de mogelijkheid om met de Belbus naar andere deelgemeenten van Zemst te reizen. Het dorp telde drie haltes, alle op de belangrijkste straat van het dorp, de Spiltstraat. Vanaf eind 2016 is de Belbus afgeschaft wegens de kleine gebruikersaantallen.

Bezienswaardigheden

  • De Hoeve Laer (of Spilthoeve). Oorsprong in de 14e eeuw als ontginningshoeve, meermaals verbouwd en aangepast. Bevindt zich vlak bij de kruising Spiltstraat-Vijfbunderweg.
  • Het Hof van Cretenburg. Oorsprong in de late middeleeuwen als ontginningshoeve. Meermaals verbouwd en aangepast. Bevindt zich in het midden van de verbinding tussen de Bosstraat en de Nayakker.
  • Het Blaesvelthof. Een 18e-eeuwse hoeve die zich bevindt op het straatje tussen de Linterpoortenlaan en de Stijn Streuvelslaan.
  • Het Schaliënhof. Oorspronkelijk een 14e-eeuwse ontginningshoeve hoeve, huidig uitzicht met natuursteen uit 1739. Het was de woonst van Augustinus Cantinjaeu, abt van de Abdij van Grimbergen. Bevindt zich in de Bosstraat vlak bij de Kesterbeekweg.
  • Waterwinningsinstallatie Het Spelt. Drinkwaterwinningsinstallatie achteraan de Verbeetweg.
  • Kapel van de Heilige Familie. Een kapel uit 1869, vooral bijzonder voor zijn gedenksteen. Bevindt zich op het Spilt (kruising Vijfbunderweg-Spiltstraat).

Trivia

  • Op een uitgave van de Vlaams-Amerikaanse krant de Gazette van Detroit stond op de voorpagina een Belgisch winterlandschap, hetgeen een foto uit Zemst-Bos betrof.
  • In de jaren 1980 en 1990 was de jacht in Zemst-Bos en het nabijgelegen Kattemeuterbos in handen van de vroegere petroleumonderneming SECA. Topmensen en leiders van verschillende grote ondernemingen en oliereuzen van vooral Conoco en ook Texaco, Esso en DuPont kwamen speciaal vanuit de VS om er te jagen. Ook toplui van andere grote bedrijven en ex-ministers kwamen er geregeld.

Bekende (ex-)inwoners

Bronvermelding

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.