Eppegem

Eppegem is een dorp in de Belgische provincie Vlaams-Brabant en een deelgemeente van Zemst. Eppegem ligt aan de Zenne.

Dorpsplaats met kerk en historische gebouwen
Eppegem
Deelgemeente in België

Situering
Gewest Vlaanderen
Provincie Vlaams-Brabant
GemeenteZemst
Fusie1977
Coördinaten50° 58 NB, 4° 27 OL
Algemeen
Oppervlakte8,47 km²
Inwoners (01/01/2011)4.090
(483 inw./km²)
Overig
Postcode1980
NIS-code23096(E)
Oude NIS-code23020
Detailkaart

Portaal    België

Toponymie

Het toponiem Eppegem is afgeleid van de Frankische naam Ippingohaim. Deze naam wordt voor het eerst vermeld in een diploma uitgegeven door keizer Otto I uit 966. Ippingohaim betekent woning of heem van Ippe. Het toponiem Eppenghem duikt op vanaf 1245. Sinds 1945 heet het dorp officieel Eppegem.

In het dialect wordt vaak naar het dorp verwezen als Eppegoem.

Geschiedenis

Pre-middeleeuwen

In 2010-11 werden er opgravingen gedaan tussen de Kreupelstraat en de Brusselsesteenweg. Er werden kringgreppels van vroegere grafheuvels aangetroffen en ook enkele potten uit de late bronstijd à ijzertijd (1000 v.C. - 500 v.C.).

In de Romeinse periode (enkele eeuwen na Christus) liep, waar nu Eppegem is, de Romeinse heirbaan Asse-Elewijt. Op de voornoemde site (Kreupelstraat) werden ook uit deze periode sporen gevonden. Dit waren er van greppeltjes en van brandrestengraven, met daarin ook enkele potten en een munt. Deze sporen zijn Gallo-Romeins uit de 1e-2e eeuw. Verder waren er ook sporen van een mogelijk gebouw. Van een dorp was toen weliswaar nog geen sprake, maar dus wel van een zekere menselijke aanwezigheid.[1]

Middeleeuwen

De belangrijkste machthebbers tijdens de middeleeuwen waren hier de Berthouts en hun opvolgers, de familie Van Der Aa. Dit kan verklaard worden door de nabijheid van Grimbergen, waar deze familie hun oorsprong kenden en hun kasteel had. Eppegem telde acht grote hoven, die ieder aparte heerlijkheden vormden. Dit waren Indeveld (of Kattenhuis), Impel, Cobbenbosch (of Moortere), Nedergem, Waanrode, Rollekoten en Vijlst. Het deel van het dorp dat grensde aan Grimbergen was een uitgestrekt bos van meer dan 250 bunder, het Assebroek genaamd.[2]

16e en 17e eeuw[3]

In de periode 1559-1616 behoorde de parochie Eppegem, net als de parochies Zemst en Weerde toe aan de Bisschop van Kamerijk. Alle gewone mensen moesten toen tienden betalen. De verdeling werd toen in Eppegem verdeeld over vele 'instanties', veel meer dan de andere genoemde parochies. De verdeling was als volgt:

hoeveelheid van de tiendenbestemd voor
2/9 (22%)Het kapittel van Kamerijk
1/9 (11%)De Abdis van de Abdij Ter Kameren
1/9 (11%)De Fondatie Zellaer
1/9 (11%)De Abt van de Abdij van Grimbergen
1/9 (11%)Lodewijk van Oeyenbrugge
1/9 (11%)Verdeeld over de Abt van de Abdij van Grimbergen samen met het Godshuis van de Oliveten
1/9 (11%)De pastoor van Eppegem

In 1574 werd er onderwijs gegeven door een niet nader genoemde "religieus". Daarna was er helemaal geen onderwijs meer tot in 1605. In 1598 zaten de parochianen van Eppegem zonder priester, een situatie waar de inwoners erg ontevreden over waren. Zelfs de Heilige Eucharistie kon er niet meer met de nodige eerbied bewaard worden. In 1600 uitten de Eppegemnaren klachten over de pastoor van Zemst (die als vervanger dienstdeed) en in de jaren daarvoor ook al tegen hun eigen koster. In 1601 was er zelfs geen doopwater meer in de kerk, en moesten de kinderen in Zemst gedoopt worden of werd een bekertje meegenomen. In 1602 was de kerk nog steeds grotendeels verwoest maar geld voor heropbouw was er niet, tevens werden ook de registers van doop, huwelijk en overlijden zeer slecht bijgehouden. Pas in 1606 hadden ze weer een pastoor, rond dit jaar werd de kerk ook hersteld en kon er heel wat gevierd worden.

18e en 19e eeuw

Op de Ferrariskaarten (1777) is Eppegem te zien als Eppeghem. De dorpskern telde zo'n 50 huizen en nog eens 50 huizen in de nabijheid van de dorpskern, vergeleken met meer dan 1.000 huizen vandaag. Een twintigtal jaar later, in het begin van de Franse tijd, telde het dorp 700 à 800 inwoners.[4]

Tot het einde van het ancien régime viel Eppegem juridisch onder de meierij van Grimbergen, in het kwartier van Brussel van het hertogdom Brabant. Nadat de Franse Republiek in 1794 de Oostenrijkse Nederlanden geannexeerd had, werd Elewijt als gemeente ingedeeld bij het kanton Zemst van het Dijledepartement.[4]

In 1830 beschreef een Hollands soldaat, die de dag tevoren in Walem overnacht had, Eppegem als een zeer armoedig, vies en onverzorgd dorp.[5]

20e eeuw

Eppegem werd zwaar geteisterd tijdens de Eerste Wereldoorlog. Er werden 176 huizen platgebrand en ook de kerk en het toenmalige gemeentehuis liepen schade op. Daarenboven vielen er 8 burgerdoden.[6]

Bezienswaardigheden

  • De Sint-Clemenskerk, gerestaureerd door architect Jules Bilmeyer en na een verwoesting door brand heropgebouwd olv architect Edouard Bilmeyer.
  • De pastorie en de omliggende tuin zijn beschermd als monument en landschap. De kern van het gebouw gaat terug tot de 17e eeuw.
  • Hoeve Piekaerts.
  • Het Impelkasteel of De Motte, bewoond door de familie Schmitz.
  • Belgische militaire begraafplaats van Eppegem.
  • De Schranshoeve, ook wel 't Schrans genoemd, heden is hier een taverne gevestigd en worden er ook feesten, recepties en evenementen gehouden.

Mobiliteit

In Eppegem ligt het station Eppegem, een spoorweghalte aan de lijnen 25 en 27.

Onderwijs

Gemeentelijke basisschool, de Waterleest: deze school biedt zowel kleuteronderwijs als lager onderwijs aan.

Sport

KFC Eppegem speelt sinds seizoen 2016-2017 in de 3e Amateur D reeks.

Zie de categorie Eppegem van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.